zondag 2 juli 2023

Delft

Er ligt een geul tussen Kwintsheul en Delft. Daar, op de plek waar de Middenweg nog gewoon een landweg was, met aan weerszijden de weilanden. Waar ik door weer en wind richting Delft fietste. Of van Delft weer naar huis. 

Soms ging ik hardlopen. Dan zat ik te studeren en dan kreeg ik het in een keer op mijn heupen: dan moest ik er even uit. Trok ik mijn sportkleren aan en ging ik in één keer hardlopen van Kwintsheul naar Delft. Zonder stoppen. Want als je ging stoppen, dan kreeg je misschien wel pijn in je zij, en dan kwam je misschien wel niet meer goed op gang. 

Ik ging ook wel langs de Bonte Haas. Maar altijd van dezelfde A naar dezelfde B en weer terug. Naar mijn vriendje in Delft. Met hardlopen ging ik niet teruglopen. Dan bracht hij mij met de motor weer naar mijn ouderlijk huis in Kwintsheul.  

Onaangekondigd. Ik kwam altijd onaangekondigd als ik hardlopend kwam. Dat was dan een verrassing. Dat vond hij leuk. En de familie ook. Ze waren altijd blij als ik er was. Kwam ik daar helemaal bezweet aan. Maar dat maakte niet uit. 

Mijn broer zei dat ik wel op mijn hart moest passen. Ik begreep eerst niet wat hij daarmee bedoelde. Was het een soort verkapte poëzie ofzo? Dat vond ik wel vindingrijk! Maar nee, hij bedoelde het letterlijk. Hij zegt joh, dat is helemaal niet goed om zomaar uit het niets in een keer van Kwintsheul naar Delft te lopen, onafgebroken. Ik dacht oh ja ja, daar zit wel wat in. Om het de volgende keer natuurlijk gewoon precies weer zo te doen. 

Uitbreken. Dat moest ik ook wel. Dat Westland uit. Logisch ook. Ik was denk ik een jaar of 19. Dan wil je ook weleens wat anders. Mijn vriendje lonkte. En de stad lonkte. 

Het is jarenlang zo gegaan. Vele wegen die leiden naar Delft: ik weet er alles van. Toen ik in Leiden studeerde, woonde ik de eerste jaren nog in het ouderlijk huis. 

Fietsen naar Rijswijk

Fiets in fietsenstalling Rijswijk

Trein naar Leiden

Lopen naar de hbo-verpleegkunde

Die riedel. Alle dagen van de week. Saai vond ik het. Ik wilde natuurlijk zo snel mogelijk in Leiden op kamers. En tot die tijd bleef ik op station Rijswijk ook nogals een 'per ongeluk' in de trein zitten. Reed ik door naar Delft. Naar mijn vriendje. 

De allereerste keer dat ik kennismaakte met de stad Delft, was ik een jaar of 8. Mijn vriendinnetje had van haar tante en oom twee kaartjes gekregen voor de Abba-film, in een klein en heel oud bioscoopje in Delft. Daar ongeveer waar Leonidas zit. Leonidas is een bonbon-winkel. Daar kocht mijn vriendje weleens heel lief twee bonbonnetjes voor mij, in zo'n klein lief doosje met een strikje. Daar ongeveer was dus heel vroeger dat bioscoopje. 

De Abba-film kijken in Delft: hoe magisch!

Diezelfde tante en oom van mijn vriendinnetje nodigden ons ook een keertje uit in Delft, toen ze op de braderie stonden. Ze hadden een marktkraam vlak voor hun mooie drogisterij-zaak neergezet. Ze waren een stuk jonger dan onze eigen ouders. Jeugdig, zo ervaarde ik dat. Nog niet officieel opvoeders, maar gewoon vrolijke jonge mensen die verliefd op elkaar waren, en bijna zingend die drogisterij runden. 

Dat je er binnen kwam, dat het er lekker rook, dat het er licht en speels was, als een soort sprookjesland waar de zon altijd schijnt. 

Zo ook zag en ervaarde ik de stad Delft. 

Er was een jongen van de pizzeria. Hij was even oud als wij. We waren toen een jaar of 10. Hij verkocht spullen voor zijn vader. Het waren wijnflessen in rieten houders, met witte kaarsen erin. Ik had een klein beetje zakgeld en ik wilde helemaal niet zo'n fles, maar toch kocht ik er wel eentje, om de jongen wat te spekken. Een kwartje per stuk. Dus dan toch nog maar eentje kopen. Ik keek de jongen diep in zijn bruine ogen. Zo'n hele mooie, integere jongen van Italiaanse komaf. Dat je gewoon kon verdrinken in zijn ogen. Maar er was ook compassie. Ik dacht wat moet die jongen hard werken. En zijn vader doet helemaal niet vriendelijk tegen hem. Die zit hem maar te commanderen. Ik vergat helemaal dat ik ook allang aan het werk was. Bij mijn vader in de tuin. Maar mijn vader commandeerde mij niet. Dat was wel even een verschil. 

Het was een soort ontluikende gewaarwording van de toestanden in de wereld. Zoiets van een welkom-in-de-grote-stad-gevoel. Terwijl Delft volgens mij helemaal niet zo'n grote stad is. 

Maar wel sprookjesachtig. Zo ervaarde ik dat. Waar vind je anders die gevelhuisjes, die grachten, die scheve kerk, die onhandige keien, de smalle bruggetjes? Genoeg steden waar je die ook vindt natuurlijk, maar niet op de manier zoals in Delft...

Als je het wilt ervaren, dan moet je of in de vroege ochtend, of in de late avond door de stad gaan fietsen. En dan moet je er natuurlijk ook wel oog voor hebben. 

Ik heb 'Het meisje met de parel' gelezen, over de schilder Johannes Vermeer. Hoe dat meisje met de parel door de straten van Delft zwierde...dat herken ik zo goed! Na die vele, vele jaren is er nog steeds die historische stadskern, waarin je je vele jaren terug waant. 

Je merkt het het meeste met die overgangen. De overgang van dorp naar stad. En dan niets vermoedend. Als je niets vermoedend het Westland uit fietst, richting Delft. Eerst al die nieuwbouw en bouwwerken en industrie trotserend, die ertussen zit. En wat nou eenmaal bij deze tijd hoort. En wat vroeger dus weiland was. Maar ja. We kunnen niet eeuwig blijven stilstaan bij vroeger. Dan komen we ook geen stap verder. 

Maar goed...voordat je het weet ben je in Delft. Je rijdt het naambordje voorbij en dan zie je de Albert Heijn, waar het een gezellig gekrioel van mensen is, die af en aan lopen om hun boodschappen te doen. Een stukje verder, en dan ga je de bocht om, de Phoenixstraat op. Ze hebben het daar helemaal verbouwd. Het viaduct is weg en de trein rijdt nu onder de grond. Water, boompjes, mooie fietspaden...dat is er allemaal nu gekomen. Een waar kunstwerk, als je het mij vraagt. De allure van een authentiek stadsgezicht is teruggekeerd. Molen de Roos pronkt in vol ornaat, met in het decor de belofte van de bruisende binnenstad. 

Niet meer die onrustig razende trein op een afthans viaduct dat er de schijn van heeft die trein elk moment te willen laten ontsporen. 

Nee hoor: rust rust rust. Alles georganiseerd. Trein rustig ondergronds. Daar ook de parkeergarage. Dus ook niet meer dat zenuwachtige zoeken naar een parkeerplek onder dat viaduct. De molen, het water, het groen...ze vallen veel meer op, en ze hebben de voorrang gekregen. 

Of is het mijn perceptie!? Dat ongetwijfeld ook. Mijn turbulente jaren ´80 - geest heb ik dan eindelijk mogen verruilen voor een goed georganiseerde bende. Voor zolang het duurt misschien, maar toch...

Het is die overgang van dorp naar stad. Het entree met de molen, en dan effe die binnenstad in, hobbelen over de keien, langs de grachtjes...de Oude Delft, je kent het zo goed...in de verte de geluiden van de gezellige terrassen, lachende mensen, feestend, hossend, de zomer vierend

Je hoeft niet mee te doen. Kijken is genoeg. En anders ga je gewoon even op een bankje zitten. Of dan toch maar een wijntje op terras bij de Wijnhaven. 

Rondkijken

En je geest opgeruimd laten

Als het even kan

Want dat is toch wel zo fijn

Uiteindelijk dan toch

En de jongen met de witte kaarsen in de wijnflessen

die heeft het grote geld vast al binnengehaald

woensdag 22 april 2020

Liefde

De man ligt op sterven
De vrouw wijkt niet van zijn zijde
Het duurt dagen
Het duurt nachten
De zuster zegt kom
zou u misschien niet even een ommetje willen maken
Even er tussenuit
Even tot uzelf komen
De vrouw maakt het ommetje
En de man overlijdt
terwijl de vrouw een ommetje maakt


De vrouw maakt het ommetje
De man overlijdt
De zuster zegt
zo is het goed
De vrouw zegt ja
zo is het goed

Dat is wat je noemt
de liefde leven

vrijdag 15 november 2019

Deuren

Ik stap de trein binnen
Het is een Sprinter
We hebben moeten verkassen
We zaten eerst in een andere trein
Maar daarvan sloten de deuren niet goed
Dat is niet handig
als je deuren niet goed sluiten
Maar ja, zal de conducteur gedacht hebben
Zie dat maar eens uit te leggen
aan de mensen
want zullen ze het wel begrijpen?

En dus moesten we met zijn allen
instappen in een andere trein

Er zit een man in de Eerste Klasse
Het is de vraag of hij hier mag zitten
maar hij zit hier
en wij komen binnen
want we hebben niet direct in de gaten
dat dit de Eerste Klasse is

De man heeft het zichtbaar moeilijk
Ik heb het erg met hem te doen
Hij buigt voorover en achterover
en houdt zijn armen paniekerig voor zijn ogen

De man praat op wanhopige toon in zichzelf:

"Oh oh, waarom gaat het hier nu toch onaangenaam druk worden!?
Het wordt hier onaangenaam druk
Het wordt hier onaangenaam druk
Waarom toch?
Waarom toch?"

Tsja

zoals gezegd:
het valt bepaald niet mee
als je deuren niet goed sluiten

Verstopt

Tijdens de opleiding aan de hbo-verpleegkunde moeten wij ongetwijfeld weleens geoefend hebben met het slecht-nieuws-gesprek. En dat je het slechte nieuws metéén moet brengen. 
Niet er omheen draaien. 

Hoppa. 
Kop 'm er meteen maar in. 
Dan zien we daarna wel verder.

Slecht-nieuws-gesprekken worden doorgaans door artsen gevoerd.
En dan zit jij erbij, als verpleegkundige.
Dat kon nogal eens voorkomen op de vrijdagmiddag.
Dat was zo schrijnend.
Begon je aan je late dienst. 
Een slecht-nieuws-gesprek. En nog één.
Familie weer naar huis.
Had je twee patiënten, die zojuist slecht nieuws hadden gekregen, en waar jij in het geheel geen tijd voor had. Zo hard. Ja, dat vond ik.
Keihard. Dat je 's avonds om een uur of half 11 nog eens om het hoekje kon kijken, dat je éven wat méér tijd had dan vijf minuten.

Kanker. En ik ga dood. Dát is, wat ze te horen hadden gekregen.
Verstopt in het deken. Heel ver verstopt in de dekens...


maandag 21 oktober 2019

Woordenboek

Heimwee
naar het Woordenboek op het bureau
Alleen belezen mensen hadden er zo eentje

Wij speelden met poppen
Bouwden hutten
Speelden tikkertje

En de belezen vaders van voorname kinderen
hadden het Woordenboek op het bureau
De van Dale welteverstaan
Anders telt het niet

Wij hadden Kramers
- dat was al heel wat - 
Maar pas als je van Dale had
dan was je iemand

Daar staat ie dan
op de rommelmarkt
netjes in een serie van drie: van Dale
Voor 4 euro is ie van jou

Als een kind zo blij
en inmiddels in een tijd
dat ze zeggen
wat moet je nou met het Woordenboek op het bureau
Want dat kun je toch allemaal op het internet opzoeken
Tsja

Maar dan zul je het allemaal moeten ontberen:
- het gezag voor zo'n groot dik boek;
- de geur van het papier;
- het verheugd tegenkomen van andere woorden dan het gezochte;
- het nieuwsgierig zoeken en de spanning van heb ik het woord al

Het zijn punaise-poetsers, die lui met die woordenboeken
Ik weet het, maar toch..

Je schrijft een tekst, leest het later door
Je bemerkt:
ik heb ongemerkt een woord gebruikt, maar waarom dat woord?
Past dit wel in de context van het verhaal?

Druilende regen......

kan dat wel!?

Van Dale blz 669, druilen:

1. lusteloos zijn, overal tegenop zien;
geen energie vertonen;
aldus voort of te werk gaan (....)
2. soezen, suffen, sluimeren
3. van het weer: het druilt, het is somber, staat naar regen




Straatmuzikant

Het is een vrijdagmiddag in Maastricht
Ik ben al een paar keer eerder over de brug gefietst
Dat is fijn: over een brug fietsen
Dan heb je echt het gevoel dat je ergens anders komt
Tegen de klippen op klimmen is dan niet erg
want je doet het voor een doel

Het is zodoende
dat ik hem al een paar keer eerder heb gezien
En vooral: heb gehoord
De straatmuzikant

Vrijdagmiddag namiddag
Mensen met het weekend in gedachten
Zij snellen over de brug
Snellen van A naar B
Zo ook ik

Ik pak alvast mijn portemonnee
Ja
ik heb nog twee euro
Ik fiets door
Daar staat hij
- midden op de brug -
Zingt nog even vrolijk als een half uur geleden
Vrolijk ondanks de druilende miezerregen

Ik word er altijd wat verlegen van
om dan een muntje in het bakje te werpen
Maar toch doe ik het 
even snel in het voorbijgaan

De man kijkt me stralend aan
Ik kijk stralend terug
Vervolg mijn weg
Kijk nog even achterom
Zie de man zingend
tegen de achtergrond van donkere regenwolken

Ik fiets door
Het station is al in zicht
En oprecht vraag ik het mij af:
deed ik het voor de muziek
of deed ik het voor die lach? 




zaterdag 7 september 2019

Dropje

Dat je met de trein Eerste Klas reist, en dat je nog een heel stuk te gaan hebt, maar voorlopig hier kunt blijven zitten, in de 'Silence'-coupé, tegenover een allervriendelijkste jongeman, die je vriendelijk toeknikt en snel zijn spullen weghaalt, zodat jij erbij kunt, en dat je hier een beetje een 'prinsessengevoel' van krijgt....

Dat de trein zijn vaart opvoert en je in je eigen koffie-beker koffie mee gekregen hebt van je lieve vriendin uit Haarlem, die je nu in alle rust opdrinkt, terwijl je ziet dat het alweer bijna donker wordt, aangezien de herfst gaat intreden...........

Dat de jongeman tegenover je even met een schuin ook aankijkt, dat je geritsel hoort, opkijkt, en ziet dat hij een vers geopend zakje drop naar je toesteekt, dat je er een dropje uit mag kiezen, maar dat hij er verder niet bij praat, alleen de vriendelijke mimiek in zijn gezicht, aangezien het een 'Silence'-coupé is.........

Delft

Er ligt een geul tussen Kwintsheul en Delft. Daar, op de plek waar de Middenweg nog gewoon een landweg was, met aan weerszijden de weilanden...